In deze toelichting wordt beknopt uitgelegd wat de getoonde beelden weergeven en hoe deze passen bij de verschillende biosecurity aandachtsgebieden. Deze aandachtsgebieden zijn onderverdeeld in acht verschillende biosecurity pijlers die vaak nauw met elkaar samenhangen.
Introductie (00:00 - 01:25)
00:05 – 00:19.
De hier getoonde laboratoriumwerkzaamheden betreffen geen werkzaamheden met risicovol biologisch materiaal. Voor de getoonde werkzaamheden gelden de richtlijnen voor Veilige Microbiologische Technieken (VMT), die vallen onder de risicoclassificatie van beheersniveau 1 en 2. Deze classificering kunt u onder andere vinden in de EU richtlijn 2000/54, welke is geïmplementeerd in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Deze informatie is ook te vinden in het boekje ‘Veilig werken met micro-organismen, parasieten en cellen in laboratoria en andere werkruimten’ van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Microbiologie (KNVM), of in het Arbo informatieblad 9 over biologische agentia (AI-09). Meer informatie over risicoclassificatielijsten.
00:19 – 00:25.
Kleine herkauwers, waaronder geiten en schapen, zijn een reservoir voor Coxiella burnetii, de veroorzaker van Q-koorts. De getoonde beelden tonen het euthanaseren van geiten, als onderdeel van de beheersmaatregelen tegen Q-koorts in Nederland in 2009. Kamelen zijn een dierlijk reservoir van het ‘Middle East Respiratory Syndrome-corona Virus’ (MERS-CoV).
00:30 – 00:38.
Met de handeling ‘op besmet zetten’, wordt aangegeven dat de werkruimte van de isolator (veiligheidskabinet klasse III) vanaf dat moment als besmet wordt beschouwd. Dit betekent dat er geen voorwerpen meer in of uit de isolator mogen worden getransporteerd, voordat de isolator is gedecontamineerd. Werkzaamheden aan risicovolle biologische agentia worden in het algemeen uitgevoerd in een isolator, binnen de inperking van een BSL-3 laboratorium.
00:48 – 00:55.
Deze nieuwsbeelden geven kort de respons van de Amerikaanse overheid weer, na de terreuraanslag met antrax in de Verenigde Staten in 2001.
00:56 – 01:01.
Deze beelden tonen de inzet van een gaspakkenteam, dat onder ademluchtbescherming en met behulp van speciale apparatuur direct metingen kan verrichten en monsters kan nemen voor verdere analyse.
Pijlers (01:25 - 04:45)
Pijler: Fysiek
01:25 – 01:41.
Hier wordt het doorbreken van een fysieke beveiligingsbarrière getoond. Dit gebeurt door een onbekend persoon zonder pasje en zonder verder verificatie toch binnen te laten of door iemand te laten meeliften met een geautoriseerd persoon bij het betreden van een beveiligd gebouw.
Pijler: Personeel
01:45 – 01:58.
Werkzaamheden binnen de inperking van een BSL-3 laboratorium.
01:58 – 02:02.
De aanvraagbrief voor een ‘verklaring omtrent gedrag’ als basis voor het screenen van (toekomstig) personeel. Deze verklaring is aan te vragen via de rijksoverheid.
02:13 – 02:27.
Hier wordt geïllustreerd dat er iemand ’s nachts aan het werk is, zonder enige vorm van supervisie. Dit is vanuit biosecurity en biosafety perspectief niet gewenst.
02:27 – 02:41.
Hier wordt aangegeven hoe niet gescreend personeel, zoals een onderhoudsmonteur, zonder blijvende supervisie toegang heeft tot een beveiligde ruimte waar zich risicovol biologisch materiaal bevindt.
Pijler: Materiaal
02:45 – 02:49.
Hier wordt weergegeven dat een los zakje met monsters niet goed is opgeslagen in de vriezer.
Pijler: Transport
02:50 – 03:04.
Risicovol biologisch materiaal moet goed worden verpakt voor transport. Informatie over transportwetgeving, zoals IATA en ADR, kan men elders vinden op de pagina over transport.
Pijler: Informatie
03:04 – 03:19.
Het werken in openbare ruimten brengt risico’s met zich mee. Niet alleen wanneer men gebruik maakt van (niet of slecht beveiligde) openbare (wifi)netwerken, maar ook vanwege het feit dat mensen ‘over de schouder’ kunnen meekijken.
03:19 – 3:23.
Het elektronisch transporteren van (biosecurity gerelateerde) data, bijvoorbeeld via USB-sticks, kan risico’s met zich meebrengen vanwege potentieel verlies of gebruik door niet gescreende personen.
Pijler: Organisatorisch
03:24 – 03:46.
In dit gedeelte van de film wordt aangegeven dat het management verantwoordelijk is voor het vastleggen van biosecurity in de organisatiestructuur. Een goede basis hiervoor is de gedragscode biosecurity van de KNAW.
Pijler: Respons
03:50 – 04:02.
Hier worden verschillende vormen van respons bij calamiteiten weergegeven. In beeld zijn medewerkers van de brandweer en gaspakken- en monsternameteams. Deze medewerkers kunnen uitgerust worden met ademluchtbescherming bij metingen en monsternames, wanneer er een (biologisch) agens is vrijgekomen.
Pijler: Bewustwording
04:02 – 04:45.
Deze samenvattende beelden geven aan dat de bewustwording van de verschillende aspecten van biosecurity ten grondslag ligt aan een goed biosecurity beleid en de basis vormt om dit beleid te implementeren binnen een organisatie.