Af en toe lees je in het nieuws over een incident met een poederbrief. Een recent voorbeeld is de brief gericht aan de Franse minister van Binnenlandse Zaken waarin (mogelijk) Yersinia pestis is aangetroffen, de bacterie die de pest veroorzaakt. De ongefrankeerde, verkeerd geadresseerde brief is onderschept in het postsorteercentrum en onderzocht door de gealarmeerde autoriteiten. De brief bevatte een donkere, poederachtige substantie. 

Wat denk jij als je zo'n nieuwsbericht leest? Het is logisch dat je je afvraagt wat jij zou doen als je een brief ontvangt met een vreemde substantie erin. Maar vraag je je ook af waar het poeder met – in het geval van dit nieuwsbericht – (mogelijk) pestbacteriën vandaan komt? Als er in jouw laboratorium met Yersinia pestis wordt gewerkt, zou je dan de inventaris nakijken om te zien of deze nog volledig is? Ga je in je hoofd na of een collega zich ‘anders dan anders’ heeft gedragen? Kortom, denk je na over biosecurity en jouw laboratorium als je zo'n nieuwsbericht leest? Want hoe onwaarschijnlijk het ook mag lijken dat het uit jouw laboratorium afkomstig is: verzonden pest bacteriën komen érgens vandaan.  Maar waar? En wat doe jij?  

Dit scenario onderstreept het belang van een goed ingericht biosecurity beleid in laboratoria. Als je meer wil doen, kun je kijken naar de volgende aandachtspunten: 
•    Is er in jouw organisatie aandacht voor biosecurity?  
•    Zijn er in jouw laboratorium biosecurity protocollen geïmplementeerd rondom inventarisbeheer en personele screening
•    Zijn de laboratoriummedewerkers getraind  om deze protocollen uit te voeren? 

Meer weten of jouw scenario delen?

Wil je graag met Bureau Biosecurity verder praten over dit scenario of loop je zelf tegen een biosecurity scenario aan die je graag zou willen delen met vakgenoten, laat het ons weten! Bureau Biosecurity is te bereiken via biosecurity@rivm.nl.